Over de Pembroke
Rasgroep van de Welsh Corgi Pembroke
De Welsh Corgi Pembroke behoort tot de Rasgroep "Herdershonden"
Geschiedenis van de Welsh Corgi Pembroke
Korte geschiedenis van het ras
Het ras heeft een omstreden achtergrond. De meest aannemelijke theorie is
echter dat de vikingen de voorvaderen van de Vastgotaspets mee naar Wales
namen, of het tegengestelde, namelijk dat ze de voorvaderen van de Corgi als
oorlogsbuit mee naar Zweden namen en op die manier de basis legden voor de
Vastgotaspets. De verwantschap tussen beide rassen is opvallend, evenals hun
manier van werken. Het is in ieder geval zeker dat de Welsh Corgi gedurende
vele honderden jaren als allround hond op de hoven heeft gefunctioneerd en dat
hij na verloop van tijd veehoeder werd. Het ras Welsh Corgi werd rond 1934
opgedeeld in de varieteiten Pembroke en Cardigan. Daarvoor was het normaal om
de varieteiten met elkaar te kruisen. De Welsh Corgi Pembroke is over de gehele
wereld zeer populair geworden. Dankzij de Engelse koningin die ook nu nog
steeds Corgi's fokt.
Karakter van de Welsh Corgi Pembroke
Pembrokes zijn herdershonden.
Als huishond kenmerken ze zich door trouw en waakzaamheid. Ze zijn leergierig,
attent, bereid voor de baas te werken en doen dit met veel plezier. Het is een
uitgesproken kindervriend. Ze hebben een pittig karakter, dat een consequent en
rechtvaardige hand van de Baas nodig. Pembrokes zijn zeer stemgevoelig; de hand
van de baas moet dus figuurlijk opgevat worden.
Het verdient aanbeveling met een Corgi te gaan werken, bijvoorbeeld een cursus
gedrag en gehoorzaamheid, eventueel behendigheid of fly-ball; ze hebben een
hekel aan een saai bestaan. Ze willen overal bij zijn en hebben de aanleg zich
ook overal mee te bemoeien. Men moet het karakter van een Corgi niet
onderschatten.
Lange wandelingen zijn voor de Pembrokes, ondanks zijn korte pootjes, geen enkel
probleem. Het is echter niet noodzakelijk dat hij ieder dag uren wandelt. Door
zijn formaat en karakter is de Pembroke gemakkelijk overal mee naar toe nemen;
aan meegaan in de auto hebben ze in het algemeen geen hekel; zolang ze maar bij
de Baas zijn.
Rasstandaard van de Welsh Corgi Pembroke
Oorsprong: Groot-Brittannië.(Wales,Pembrokeshire en Cardiganshire.)
Algeheel beeld:Laag gesteld, stoer, stevig gebouwd, levendig en actief. Geeft
de indruk van kracht en uithoudingsvermogen in een klein lichaam.
Algemene kenmerken:Vrijmoedige uitdrukking, voor zijn taak berekend. Vlot en
vriendelijk; nooit zenuwachtig of agressief.
Hoofd en schedel: Hoofd vosachtig in vorm en verschijning met een levendige
blik en schrandere uitdrukking. Schedel tamelijk breed en vlak tussen de oren,
matige stop. De lengte van de snuit verhoudt zich tot die van de schedel als
drie staat tot vijf (3:5). Snuit iets versmallend. Neus zwart.
Ogen: Goed geplaatst, rond, middelmatig groot, bruin, passend bij de kleur van
de vacht.
Oren: Staand, middelmatig groot, licht gerond aan de top. Een lijn, getrokken
van de punt van de neus door het oog, moet, indien doorgetrokken, door of vlak
langs het uiteinde van het oor lopen.
Gebit: Sterke kaken met een perfect, regelmatig gevormd en kompleet schaargebit,
d.w.z. dat de boventanden vlak over de ondertanden heen sluiten en recht in de
kaak geplaatst zijn.
Hals: Tamelijk lang.
Voorhand: Korte benen, zo recht mogelijk; bovenarm aansluitend rond de borst.
Stevig bot tot aan de voeten. Ellebogen dicht aangesloten tegen de zijden, noch
los noch gebonden. Schouders goed geplaatst met een hoeking van 90 graden op?
de bovenarm.
Lichaam: Middelmatig lang, goed gewelfde ribben. Niet gedrongen, van boven
gezien geleidelijk versmallend. Rechte ruglijn. Borstkas breed en diep, goed
diep tussen de voorbenen.
Achterhand: Sterk en lenig, goed gehoekt kniegewricht. Korte benen. Stevig bot
tot aan de voeten. Van achteren gezien zijn de hielen recht.
Voeten: Ovaal, krachtige tenen, goed gewelfd en gesloten, de twee middelste
tenen iets voor de twee buitenste tenen, voetzolen sterk en goed gewelfd. Korte
nagels.
Staart: Kort, bij voorkeur van nature.
Gecoupeerd: kort, ( coupeer verbod in Nederland sinds .....)
Ongecoupeerd: In een lijn voortvloeiend met de ruglijn, laag gedragen en niet
over de rug gekruld. Als de hond in beweging is, draagt hij de staart in een
lijn met zijn rug, in rust laag .
Té hoog of té laag gedragen is ongewenst.
Gangwerk: Vrij vlot, noch los, noch gebonden. De voorbenen goed naar voren
gebracht zonder teveel te worden opgetild en in harmonie met de voortstuwende
beweging van de achterhand.
Beharing: Van middelmatige lengte, recht met dichte ondervacht, niet zacht,
golvend of draadharig.
Kleur: Alle effen kleuren rood; sable; lichtbruin; rood met zwart of één van de
kleuren gecombineerd met witte aftekening op benen, borst en/of hals. Iets wit
aan het hoofd en voorsnuit toegestaan.
Maten en gewicht: Hoogte: bij benadering 25 - 31 cm schofthoogte. Gewicht:
reuen 10 - 12 kg.; teven 10 - 11 kg.
Fouten: Iedere afwijking van hetgeen in de standaard wordt gesteld moet als een
fout worden beschouwd en de wijze waarop de fout wordt aangerekend moet
nauwkeurig worden afgemeten aan de mate waarin de fout aanwezig is.
N.B. Reuen moeten twee duidelijk herkenbare normale testikels hebben die
volledig in het scrotum zijn ingedaald.
Gezondheid van de Welsh Corgi Pembroke
De Welsh Corgi Pembroke kan HD (Heupdysplasie),
epilepsie, rug- en oogproblemen (PRA, CAT, RD) hebben.
De kans dat deze aandoeningen bij een hond uit geteste ouders voorkomt is veel
kleiner dan uit niet geteste ouders.
Vraag dus aan de fokker naar de testresultaten van de ouders, een goede fokker
laat deze graag zien en heeft kopieën van de resultaten van de vader of kan
deze via een site laten zien.
De HD en oogonderzoeken worden door een specialist uitgevoerd.
Voor HD worden rontgenfoto's gemaakt en beoordeeld door de Raad van Beheer.
De beste uitslag voor HD is HD-A. Met HD-B (een overgangsvorm) mag ook vaak
gefokt worden.
Bij PRA, RD (retina dysplasie) en Cataract hoort de uitslag VRIJ te zijn.
Verzorging van de Welsh Corgi Pembroke
Corgi's zijn gemakkelijke honden in onderhoud.
De vacht ( stokhaar ) vraagt weinig verzorging. Een borstelbeurt eens in de één
à twee weken is voldoende. Tijdens de verhaarperiode kan met de dagelijks
borstelen veel haar worden opgevangen wat anders in de kamer terecht zal komen.
In deze periode is een goede stofzuiger noodzakelijk.
De in de handel verkrijgbare voeders bevatten alles wat de hond nodig heeft. De
hoeveelheid moet men bepalen op het oog. Te dik is slecht voor de gezondheid.
De ribben moeten goed te voelen zijn, maar niet te zien.